AZW Kwartaalupdate Q1 2025: sector zorg en welzijn groeit met 34.810 medewerkers
21 augustus 2025 • Nieuws
De werkgelegenheid in de sector zorg en welzijn is in het eerste kwartaal van 2025 toegenomen met 34.810 medewerkers. De instroom is het grootst onder medewerkers jonger dan 25 jaar, maar tegelijkertijd is in deze groep ook de uitstroom relatief hoog: 1 op de 4 vertrekkende medewerkers is jonger dan 25 jaar. Dat blijkt uit de nieuwste kwartaalcijfers van het CBS.
Op 19 augustus publiceerde het CBS nieuwe cijfers over werkgelegenheid en mobiliteit in het eerste kwartaal van 2025. Bekijk alle nieuwe tabellen op de website van AZW Statline.
Meer medewerkers in alle branches
In totaal zijn in het eerste kwartaal van 2025 183.670 mensen in de sector zorg en welzijn gaan werken, terwijl 148.860 mensen de sector hebben verlaten. Per saldo kwamen er dus 34.810 medewerkers bij. In absolute aantallen was de instroom het grootst in de branche verpleging, verzorging en thuiszorg (+13.080). Dit is tevens de grootste branche binnen de sector. In de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) kwamen er 6.000 nieuwe medewerkers bij. Alle branches binnen de sector lieten in het eerste kwartaal van 2025 groei zien.
Figuur 1. In- en uitstroom branches zorg en welzijn eerste kwartaal 2025
Grootste groei in branche sociaal werk
Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2024 is de relatieve groei in het aantal medewerkers het grootst binnen sociaal werk (+5,9%), gevolgd door jeugdzorg (+5,8%) en huisartsen en gezondheidscentra (+5,5%). In figuur 2 worden de branches verpleging, verzorging en thuiszorg (vvt) zowel als één geheel als uitgesplitst naar subbranches weergegeven. Binnen de vvt is sprake van een lichte relatieve groei (+0,8%), die vooral te danken is aan de toename van het aantal medewerkers in de thuiszorg (+3,2%).
Figuur 2. Ontwikkeling aantal werknemers naar branche
Eén op de vier medewerkers is 55-plusser
In de sector zorg en welzijn is 25% van de medewerkers 55 jaar of ouder. De leeftijdsopbouw verschilt per branche. In de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) is de helft van de medewerkers jonger dan 35 jaar. Binnen de branche verpleging, verzorging en thuiszorg – zowel als geheel als uitgesplitst naar subbranches – is het aandeel 55-plussers juist het hoogst (32%).
Opvallend is dat in de vvt het aandeel medewerkers jonger dan 25 jaar eveneens relatief groot is, zeker vergeleken met andere branches, met uitzondering van de kinderopvang. Daarentegen is het aandeel medewerkers van 25 tot en met 45 jaar in de vvt (31%) juist kleiner dan gemiddeld in de sector (44%).
Figuur 3. Leeftijdsverdeling naar branche
Hoogste instroom onder medewerkers jonger dan 25 jaar
De instroom in de sector is het grootst onder medewerkers jonger dan 25 jaar (45%), gevolgd door de groep van 25 tot 35 jaar (22%). Daarmee is bijna 70% van de nieuwe instroom in het eerste kwartaal van 2025 jonger dan 35 jaar. Per branche zijn duidelijke verschillen zichtbaar. Het aandeel instroom van medewerkers jonger dan 25 jaar is het hoogst in de kinderopvang (58%), de verpleging, verzorging en thuiszorg (55%), de universitair medische centra (48%) en de gehandicaptenzorg (45%).
Gemiddeld genomen ligt de instroom van medewerkers van 55 jaar en ouder in de sector op 9%. Het hoogste aandeel wordt gevonden in sociaal werk (12%), terwijl dit het laagst is in de universitair medische centra (3%) en de kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk) (4%).
Figuur 4. Instroom naar leeftijd
Hoogste uitstroom onder 55-plussers, gevolgd door jongeren onder 25 jaar
De grootste groep uitstromers in de sector is 55 jaar of ouder (28%), gevolgd door medewerkers jonger dan 25 jaar (26%). Opvallend is dat jongeren niet alleen de grootste instroomgroep vormen, maar ook relatief vaak weer vertrekken: 1 op de 4 vertrekkende medewerkers is jonger dan 25 jaar.
De uitstroom onder 55-plussers ligt in verschillende branches boven het sectorgemiddelde. Dit geldt voor ziekenhuizen en overige medisch-specialistische zorg (35%), verpleging, verzorging en thuiszorg (33%), huisartsen en gezondheidscentra (31%) en zowel de gehandicaptenzorg als de geestelijke gezondheidszorg (beide 29%).
Bij jongeren onder de 25 jaar is de uitstroom bovengemiddeld hoog in de kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk, 38%) en in de verpleging, verzorging en thuiszorg (31%).
Figuur 5. Uitstroom naar leeftijd