AZW Kwartaalupdate Q2 2025: sector zorg en welzijn groeit met 42.560 medewerkers

AZW Kwartaalupdate Q2 2025: sector zorg en welzijn groeit met 42.560 medewerkers

24 november 2025 • Nieuws

De werkgelegenheid in de sector zorg en welzijn is in het tweede kwartaal van 2025 toegenomen. Vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2024 telt de sector 42.560 medewerkers meer. Dat blijkt uit de nieuwste kwartaalcijfers van het CBS. Relatief gezien kende de jeugdzorg de sterkste groei in aantal medewerkers. Het aantal ontstane vacatures binnen zorg en welzijn is met 9 procent gestegen. Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures blijft hoog, vooral binnen overige zorg en welzijn en bij huisartsen en gezondheidscentra. De deeltijdfactor blijft in de meeste branches stabiel.

Op 18 november publiceerde het CBS nieuwe cijfers over werkgelegenheid en mobiliteit in het tweede kwartaal van 2025. Bekijk alle nieuwe tabellen op de website van AZW Statline. De tabellen op basis van de resultaten vanuit de werkgevers– en werknemersenquête (meting Q2 2025) zijn ook bijgewerkt op AZW Statline.

Meer medewerkers in alle branches

In totaal zijn in de periode tussen het tweede kwartaal van 2024 en het tweede kwartaal van 2025 189.110 medewerkers in de sector zorg en welzijn gaan werken, terwijl 146.550 medewerkers de sector hebben verlaten. Per saldo kwamen er dus 42.560 medewerkers bij. Alle branches binnen de sector zijn gedurende het afgelopen jaar gegroeid. In absolute aantallen was het instroomsaldo het grootst in de branche verpleging, verzorging en thuiszorg (+17.460). Dit is tevens de grootste branche binnen de sector. In de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) kwamen er 6.090 nieuwe medewerkers bij.

Figuur 1. In- en uitstroom branches zorg en welzijn tweede kwartaal 2025

Grootste groei in aantal medewerkers in de jeugdzorg

Ten opzichte van het tweede kwartaal in 2024 is de relatieve groei van het aantal medewerkers het grootst binnen de jeugdzorg (+6,9%), gevolgd door de huisartsen en gezondheidscentra (+6,3%) en sociaal werk (+5,9%). Binnen de gehandicaptenzorg is de relatieve groei van het aantal medewerkers het kleinst (+1,4%).

Figuur 2. Ontwikkeling aantal werknemers naar branche

Toename aantal ontstane vacatures

In het derde kwartaal van 2025 ontstonden er in totaal 58.100 vacatures bij organisaties in de sector zorg en welzijn. Dat zijn er 4.800 meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Sector breed is het aantal ontstane vacatures met 9 procent gestegen. De verschillen tussen de branches zijn groot. De grootste stijging zien we in de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) (+28%), gevolgd door sociaal werk (+23%) en overige zorg en welzijn (+21%). In de UMC’s is sprake van een daling van 19% in het aantal ontstane vacatures. Ook in de geestelijke gezondheidszorg (-15%), de jeugdzorg (-11%) en bij de huisartsen en gezondheidscentra (-4%) is sprake van een daling.

Figuur 3. Ontstane vacatures derde kwartaal van 2025

Aandeel moeilijk vervulbare vacatures het hoogst binnen overige zorg en welzijn

In de werkgeversenquête van AZW (meting 2e kwartaal 2025) is gevraagd naar het aandeel moeilijk vervulbare vacatures. Dit aandeel schommelt binnen de branches tussen de 37 procent en 87 procent. Binnen overige zorg en welzijn is het aandeel moeilijk vervulbare vacatures met 87 procent het hoogst, gevolgd door huisartsen en gezondheidscentra (80%). Binnen sociaal werk is het aandeel moeilijk vervulbare vacatures het laagst, namelijk 37 procent.

Figuur 4: Aandeel moeilijk vervulbare vacatures tweede kwartaal 2025

De deeltijdfactor ligt het hoogst binnen de UMC’s

In het tweede kwartaal van 2025 ligt de deeltijdfactor het hoogst binnen de UMC’s (0,81). Ter vergelijking: de deeltijdfactor binnen de sector zorg en welzijn ligt op 0,68 en binnen Nederland als geheel op 0,76. Binnen de thuiszorg is de deeltijdfactor het laagst, namelijk 0,54. Over de periode 2021–2025 blijft de deeltijdfactor binnen de meeste branches stabiel. Bij sociaal werk en de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) is de deeltijdfactor gemiddeld het meest toegenomen. In 2021 was de deeltijdfactor binnen sociaal werk 0,73, tegenover 0,76 in het tweede kwartaal van 2025. In de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) lag de deeltijdfactor in het tweede kwartaal van 2021 op 0,64 en in het tweede kwartaal van 2025 op 0,67.

Figuur 5. Deeltijdfactor tweede kwartaal 2025

Nog verder verdiepen? Bekijk alle nieuwe tabellen op de website van AZW Statline.

Op de hoogte blijven?

Krijg als eerste de nieuwste publicaties, uitnodigingen voor AZW-Clubhuisbijeenkomsten en meer verdieping van actuele data binnen zorg en welzijn.