AZW-kwartaalupdate Q4 2023: Bijna 30.000 nieuwe zorgmedewerkers, maar niet elke branche groeit

AZW-kwartaalupdate Q4 2023: Bijna 30.000 nieuwe zorgmedewerkers, maar niet elke branche groeit

24 mei 2024 • Nieuws

In het vierde kwartaal van 2023 is de sector zorg en welzijn gegroeid met bijna 30.000 extra zorgmedewerkers. Dat blijkt uit nieuwe kwartaal cijfers van het CBS. De grootste toename vond plaats binnen de verpleging, verzorging en thuiszorg met 19.530 nieuwe medewerkers. Kinderopvang zag ook een positieve groei met 4.720 nieuwe medewerkers. Tegelijkertijd verlieten meer mensen de ziekenhuizen, gehandicaptenzorg en jeugdzorg dan er binnenkwamen.

Op 21 mei heeft het CBS nieuwe cijfers gepubliceerd over de werkgelegenheid en de mobiliteit over het vierde kwartaal van 2023. Bekijk alle nieuwe tabellen op de website van AZW Statline.

Er stroomden in het vierde kwartaal wederom meer mensen de zorg in dan uit

In het vierde kwartaal van 2023 zijn 182.940 mensen in de sector zorg en welzijn komen werken en hebben 153.380 mensen de sector verlaten. Dit betekent dat er naar saldo 29.570 extra medewerkers zijn aangetrokken. Het aantal nieuwe medewerkers is het hoogst binnen de verpleging, verzorging en thuiszorg (+19.530 mensen). Dit is ook de grootste branche binnen zorg en welzijn. In de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) zijn in het vierde kwartaal 4.720 nieuwe medewerkers bijgekomen. In een aantal branches zijn meer mensen uitgestroomd dan ingestroomd, dit geldt voor de ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg (-1.480), de gehandicaptenzorg (-430) en de jeugdzorg (-210).

42% van de instromers binnen zorg en welzijn in het vierde kwartaal van 2023 is jonger dan 25 jaar. De uitstroom wordt voornamelijk veroorzaakt door 55+’ers (26% is 55+), maar ook zien we een hoog uitstroompercentage onder medewerkers die jonger zijn dan 25 (24%) en onder medewerkers tussen de 25 en 35 jaar (23%).

Werk-privébalans en vervroegd uittreden belangrijkste redenen voor uitstroom

In de werkgeverssenquête wordt onder meer gevraagd naar de redenen voor uitstroom. De belangrijkste reden die wordt genoemd binnen zorg en welzijn is vertrek vanwege werk-privébalans (25%), gevolgd door vervroegd uittreden (23%).

Werknemers met een baan in de zorg

Als we het vierde kwartaal van 2023 vergelijken met het vierde kwartaal van 2022, dan valt op dat het personeelsbestand in een aantal branches is gegroeid en in een aantal branches is gekrompen. Het aantal medewerkers in de thuiszorg is het meest toegenomen (12%, +16.200 medewerkers), gevolgd door jeugdzorg en sociaal werk (beide 6%, +2.000 medewerkers en +3.600 medewerkers). Het aantal medewerkers binnen de universitaire medische centra en ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg daalde in beide branches met 2,1% (-1.700 medewerkers en -4.800 medewerkers). En ook binnen de gehandicaptenzorg zien we een dalend aantal medewerkers (-1,1%, -2000 medewerkers).

Binnen de VVT wordt de meeste groei in het personeelsbestand verwacht

In de werkgeversenquête is de vraag voorgelegd welke ontwikkeling werkgevers verwachten in hun personeelsbestand. Binnen de verpleging, verzorging en thuiszorg wordt de meeste groei verwacht, 42% verwacht dat het personeelsbestand zal groeien. Binnen de ziekenhuizen wordt de kleinste groei verwacht, namelijk 21% verwacht dat het personeelsbestand zal groeien. De meerderheid verwacht dat het personeelsbestand min of meer gelijk zal blijven.

Aandeel vaste arbeidsrelaties het hoogst binnen de gehandicaptenzorg

Binnen de gehandicaptenzorg heeft 87% van de medewerkers een vaste arbeidsrelatie, gevolgd door de geestelijke gezondheidszorg waar 84% van de medewerkers een vaste arbeidsrelatie heeft.

Binnen sociaal werk en de kinderopvang is het aandeel medewerkers met een vaste arbeidsrelatie het laagst (beide 61%). Binnen de verpleging, verzorging en thuiszorg zien we de meeste oproep- of invalkrachten, zo is 41% van de medewerkers met een flexibele arbeidsrelatie oproep- of invalkracht (in vergelijking: binnen zorg en welzijn breed is 28% van de medewerkers met een flexibele arbeidsrelatie een oproep- of invalkracht).

Binnen de huisartsen en gezondheidscentra is het aandeel zelfstandigen zonder personeel het hoogst

Binnen de huisartsen en gezondheidscentra is het aandeel zelfstandigen zonder personeel ten opzichte van het totaal aantal werkenden het hoogst, namelijk 19% (tegen 9% in zorg en welzijn breed). Binnen alle sectoren in Nederland is dit gemiddeld 13%. Ook binnen sociaal werk, de kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk) (beide 12%) en de geestelijke gezondheidszorg (11%) ligt het aandeel zelfstandigen zonder personeel hoger dan gemiddeld in de sector.

Het CBS heeft naar aanleiding van de nieuwe cijfers een bericht gepubliceerd over de instroom in het mbo en het hbo. Benieuwd naar de inhoud van dit bericht? Lees het hier.

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws?

Elke maand de laatste ontwikkelingen rondom het gebruik van data in arbeidsmarkt zorg & welzijn, gewoon in je inbox.