Verslag webinar: Arbeidsomstandigheden, PSA en ziekteverzuim
8 december 2021 • Nieuws
Op dinsdag 30 november vond het webinar Arbeidsomstandigheden, PSA en ziekteverzuim van AZW plaats. Onder leiding van presentator Lieke Lamb gingen CBS-onderzoekers Godelief Mars en Mark Ramaekers dieper in op ziekteverzuim en arbeidsomstandigheden van werknemers in de AZW-branches, de beschikbare databronnen die je hiervoor kunt raadplegen én hoe je zelf aan de slag kunt met deze gegevens.
Ziekteverzuim is actueler dan ooit. De werkdruk in de sector is hoog, en het hoge (en stijgende) ziekteverzuim zorgt voor nog meer werkdruk en daarmee risico op verzuim. Goed dus om te weten hoe het verzuim zich ontwikkelt, maar nog veel belangrijker: wat kun je er aan doen om dit te voorkomen? In AZW Statline kun je deze informatie vinden. Waar vind je informatie over verzuim in AZW StatLine? Welke bronnen kun je raadplegen? En hoe verhouden die verschillende bronnen zich tot elkaar? Hier gingen de onderzoekers van het CBS tijdens het webinar dieper op in.
Beschikbare bronnen bij het CBS
Godelief Mars is onderzoeker bij het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en werkt hoofdzakelijk aan de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). Tijdens het webinar worden drie onderwerpen besproken: ziekteverzuim, fysieke arbeidsbelasting en psychosociale arbeidsbelasting.
Godelief staat stil bij de verschillende bronnen die beschikbaar zijn. ‘We hebben bij het CBS drie bronnen tot onze beschikking: de Kwartaalenquête ziekteverzuim (KVZ), de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de werknemersenquête AZW (WNE). Nu is het helaas niet zo simpel dat we per onderwerp één bron hebben. Voor het ziekteverzuim gebruiken we twee bronnen, namelijk de KVZ en de NEA. Voor psychosociale arbeidsbelasting gebruiken we de WNE en de NEA en voor fysieke arbeidsbelasting gebruiken we de NEA’.
Tijdens het webinar kunnen deelnemers van het webinar vragen stellen via de chat. Een deelnemer vraagt zich af wanneer je nou welke bron gebruikt. Godelief legt uit dat het ten eerste afhangt in welk onderwerp je geïnteresseerd bent. ‘Niet elk onderwerp zit in elke bron. Wil je bijvoorbeeld wat dieper ingaan op de reden voor verzuim of de relatie onderzoeken tussen werkdruk en verzuim? Dan wil je een bron hebben die een link tussen die onderwerpen kan leggen. Het hangt er dus vanaf waar je onderzoek naar wilt doen’.
Welke informatie is beschikbaar over ziekteverzuim?
Het eerste onderwerp dat wordt besproken is ziekteverzuim. ‘Het ziekteverzuim in de zorg is hoog, dus het is een heel actueel thema’, vertelt Mars. ‘Cijfers over dit thema kun je vinden op AZW StatLine. Als je wil weten hoe het komt dat het ziekteverzuim zo hoog is, dan kun je dat op verschillende manieren onderzoeken’. Tijdens haar presentatie bespreekt Mars welke informatie beschikbaar is en hoe je zelf aan de slag kunt met die gegevens.
Gegevens over fysieke arbeidsbelasting raadplegen in de NEA
Mark Ramaekers is al zes jaar werkzaam als onderzoeker bij het CBS. Sinds twee jaar levert hij een bijdrage aan de AZW Werknemersenquête (WNE). ‘Fysieke arbeidsbelasting en psychosociale arbeidsbelasting kunnen belangrijke redenen zijn voor ziekteverzuim. In de WNE van AZW meten we geen fysieke arbeidsbelasting. Deze gegevens halen we uit de NEA. De NEA kent codes voor bedrijven. Aan de hand van die codes kunnen we de AZW-branches achterhalen. We gebruiken een aantal variabelen uit de NEA om ook wat te kunnen zeggen over AZW-branches’.
Waarom worden de fysieke arbeidsomstandigheden niet gemeten in de AZW-panels, vraagt een deelnemer zich af? Ramaekers legt uit: ‘Het CBS heeft de AZW-panels sinds 2019 overgenomen en is daarbij uitgegaan van vragen die er al lagen. Daarnaast kunnen we een goede bron raadplegen waarin die arbeidsbelasting wel wordt gemeten, namelijk de NEA. En omdat we met de bedrijfscodes de AZW-branches goed kunnen achterhalen, hebben we de fysieke arbeidsbelasting niet toegevoegd aan de vragenlijst’.
Gegevens psychosociale arbeidsbelasting in de WNE
De psychosociale arbeidsbelasting is een groter onderdeel van de WNE van AZW, vertelt Ramaekers. ‘In de WNE worden vragen gesteld over bijvoorbeeld tevredenheid, werkdruk, loyaliteit, psychische vermoeidheid door het werk, bevlogenheid voor je werk. Deze vragen zijn allemaal terug te vinden op AZWinfo.nl. Via AZWinfo.nl kun je een uitgebreide Excelsheet maken waarin alle antwoorden op deze vragen per branche terug zijn te vinden.’
Zelf aan de slag met de microdata van het CBS
Wil je zelf onderzoek doen op de microdata die beschikbaar is bij het CBS? Dan moet je als onderzoeksorganisatie aan een aantal voorwaarden voldoen, vertelt Mars. ‘Stap 1 is om te kijken of je in aanmerking komt om de gegevens remote access te krijgen. Als je in aanmerking hiervoor komt dan schrijf je een projectvoorstel en overleggen we met je welke bronnen we hebben om je vragen te beantwoorden’.
Wil je meer weten over de beschikbare microdata? Of wil je zelf aan de slag met de microdata?
Webinar terugkijken?
Wil je het webinar ‘Arbeidsomstandigheden, PSA en verzuim’ terugkijken?
Download hieronder de presentatie van Godelief Mars en Mark Ramaekers.
Presentatie webinar Arbeidsomstandigheden, PSA en verzuim
Webinar ‘Werkgevers- en werknemerspanels zorg & welzijn
Op dinsdag 8 november vond het webinar ‘Werkgevers- en werknemerspanels zorg & welzijn plaats. Tijdens dit webinar vertelden onderzoekers van het CBS meer over de uitvoer van de panelonderzoeken, de uitkomsten en mogelijkheden van de resultaten.
Lees het verslag van het webinar hier.
Vragen en antwoorden tijdens het webinar
Is er ook nog een onderscheid in data over feitelijk verzuim versus bijvoorbeeld verwachtingen over verzuim?
Zowel de kwartaalenquête Ziekteverzuim als de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden vragen naar het verzuim dat heeft plaats gevonden. Het CBS doet geen voorspellingen over verzuim.
Wanneer gebruik je welke bron?
Dat verschilt per onderzoeksvraag. Over ziekteverzuim zijn twee bronnen beschikbaar. Uit de kwartaalenquête zijn frequenter gegevens beschikbaar, uitgevraagd bij bedrijven. Terwijl uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) meer aspecten van verzuim beschikbaar zijn, uitgevraagd bij werknemers. Over psychosociale arbeidsbelasting zijn ook twee bronnen beschikbaar. De uitvraag is specifiek toegespitst op de arbeidssituatie van werknemers in AZW branches in het AZW panel werknemersenquête. Een panel maakt het bovendien mogelijk verbanden door de tijd te leggen. De NEA maakt het mogelijk om AZW branches te vergelijken met niet-AZW branches. Over fysieke arbeidsbelasting is één bron beschikbaar, de NEA.
Waarom zijn er meerdere enquêtes over hetzelfde onderwerp?
Deels is dat historisch gegroeid, maar er zijn ook redenen om dat in stand te houden. Wordt een onderwerp uit een bron verwijderd, dan is het niet meer mogelijk de samenhang met andere onderwerpen in die bron te analyseren. Verder is het zo, dat de enquêtes verschillende aspecten van de onderwerpen uitvragen. Een ander verschil is dat bij de KVZ bedrijven en instellingen worden benaderd en bij de NEA worden personen geraadpleegd.
Waarom staat de AZW werkgeversenquête niet in het overzicht?
In de werkgeversenquête zijn inderdaad ook vragen over de psychosociale arbeidsbelasting opgenomen en het had gekund om de werkgeversenquête ook in het overzicht op te nemen. Wel is de informatie beperkter dan in de werknemersenquête en de NEA.
Zijn er nog meer bronnen over deze onderwerpen?
Bij het CBS zijn geen andere bronnen beschikbaar die zich specifiek richten op ziekteverzuim en arbeidsbelasting. Toch is uit andere bronnen wel extra informatie beschikbaar, bijvoorbeeld over ziekteverzuim in de referentieweek in de Enquête Beroepsbevolking. Verder heeft het AZW werknemerspanel een tegenhanger in het werkgeverspanel.
Kan de tabel over het ziekteverzuimpercentage op AZW StatLine sneller gepubliceerd worden?
De tabel met ziekteverzuimpercentage is op verzoek van VWS al versneld voor alle branches en loopt voor op de vaste kwartaalupdates. Het CBS maakt deze tabel op basis van een tabel over alle bedrijfstakken. Deze is te vinden op de StatLine van CBS: http://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80072ned/table?dl=58B58.
Zodra deze gereed is, kan het CBS de AZW tabel over ziekteverzuim maken. Deze kan niet eerder dan de reguliere statistiek gepubliceerd worden en verschijnt steeds enkele dagen na die van de reguliere statistiek. Voor elk nieuw kwartaal wordt vastgesteld wanneer dat is. Dat is afhankelijk van wanneer de bron, de Kwartaalenquête Ziekteverzuim (KVZ), wordt gesloten en de analyses kunnen starten. Op dit moment loopt de tabel acht tot tien weken voor op de kwartaalupdates.
Kan de tabel over het ziekteverzuimpercentage op AZW StatLine ook naar RegioPlus regio?
Het CBS onderzoekt de haalbaarheid van regionale cijfers over ziekteverzuim. Dat onderzoek is nog niet afgerond, maar over de eerste resultaten van het haalbaarheidsonderzoek is al wel gerapporteerd in dit discussion paper: Kleinedomeinschattingen van ziekteverzuim (cbs.nl).
Is het mogelijk om de data uit de drie bronnen ook op niveau van arbeidsmarktregio beschikbaar te maken? Waarbij de belangrijkste het ziekteverzuimpercentage is (dat nu alleen als driejaarsgemiddelde wordt weergegeven per regio).
Om nauwkeurige cijfers te kunnen publiceren, is het van belang dat er voldoende onderliggende waarnemingen beschikbaar zijn. Hoe gedetailleerder de uitsplitsing, hoe minder waarnemingen er zijn. Daarbij kunnen er meer waarnemingen zijn voor de ene dan voor de andere regio. Om een tabel goed te kunnen vullen, moeten er voor een groot deel van de arbeidsmarktregio’s voldoende waarnemingen zijn. Is dat op jaarbasis niet het geval, dan bieden meerjaarsgemiddelden een uitkomst. In verband met de beperking van de enquêtedruk is het als uitbreiding van de waarneming geen optie. Wel onderzoekt het CBS de haalbaarheid van regionale cijfers over ziekteverzuim met behulp van kleine-domeinschattingen. Dat onderzoek is nog niet afgerond, maar over de eerste resultaten van het haalbaarheidsonderzoek is al wel gerapporteerd in dit discussion paper: Kleinedomeinschattingen van ziekteverzuim (cbs.nl). Op basis van de WNE zijn cijfers over tevredenheid en werkdruk beschikbaar voor de arbeidsmarktregio’s. Hiervoor is gebruik gemaakt van de methode Kleine Domein Schatters (KDS). Zie de tabel Werknemers; kerncijfers, regio.
Kan de tabel over het ziekteverzuimpercentage ook per maand?
In de kwartaalenquête wordt bedrijven gevraagd naar het ziekteverzuimpercentage van het afgelopen kwartaal. Helaas is dit cijfer niet om te zetten naar een maandstatistiek. In verband met de beperking van de enquêtedruk is uitbreiding van de statistiek ook niet mogelijk.
Wat is het verschil met Vernet cijfers over verzuim?
Het CBS baseert zich op de Kwartaalenquête Ziekteverzuim (zie Ziekteverzuim, kwartaalenquête (vanaf 1996) (cbs.nl)) waarin ongeveer 20.000 bedrijven en instellingen per kwartaal worden uitgevraagd. Bedrijven en instellingen met 100 of meer werknemers worden integraal waargenomen, kleinere bedrijven via een steekproef. Eerst worden de waargenomen ziekteverzuimpercentages per bedrijf gewogen met het aantal werknemers van het bedrijf. Daarna wordt het aantal waargenomen bedrijven in een steekproefcel (de groep van soortgelijke bedrijven) opgehoogd naar het totaal aantal bedrijven in de steekproefcel. De uitkomsten van de Kwartaalenquête ziekteverzuim (KZV) hebben een onnauwkeurigheidsmarge omdat het een steekproefonderzoek betreft. De betrouwbaarheidsmarge op totaalniveau is ongeveer 0,06 procentpunt. Op lager niveau is de marge groter.
Voor de tabel op AZW StatLine gebruikt het CBS de gegevens over de zorgbranches.
Vernet baseert zich op eigen onderzoek onder de werkgever voor een aantal grote branches. Vernet publiceert sneller dan het CBS, en kan gegevens op maandbasis verstrekken. Deze gegevens zijn niet gelijk aan de hele sector Q (Zorg). CBS cijfers zijn te vergelijken met de sector Q en bevatten alle branches in zorg & welzijn, net als het totaal van alle sectoren.
Waarom worden geen fysieke arbeidsomstandigheden gemeten in AZW panels?
Het CBS voert de onderzoeken met de AZW panels uit sinds 2019. Daarvoor is het onderzoek door diverse andere onderzoeksbureaus uitgevoerd. Het CBS heeft de bestaande vragenlijsten als uitgangspunt gebruikt. Daarin waren geen vragen over fysieke arbeidsomstandigheden opgenomen. Daarnaast beschikt het CBS met de Nationale enquête arbeidsomstandigheden reeds over een bron voor analyses aangaande fysieke arbeidsomstandigheden.
Komt er in toekomstige panelmetingen meer aandacht voor fysieke arbeidsbelasting?
Dat ligt vooralsnog niet voor de hand omdat de informatie in principe al beschikbaar is via de NEA. Wel worden de huidige vragenlijsten regelmatig bijgeschaafd. Mocht er in de toekomst behoefte zijn aan uitvraag naar fysieke arbeidsbelasting die niet beantwoord kan worden op basis van bestaande informatie, dan zou overwogen kunnen worden dat op te nemen in de huidige vragenlijsten.
Is een enquête wel geschikt om fysieke arbeidsbelasting te meten?
De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden meet de fysieke arbeidsbelasting zoals werknemers die ervaren. De uitkomsten hiervan zijn plausibel. Uiteraard is het interessant om te onderzoeken of andere meetmethoden gebruikt kunnen worden om fysieke arbeidsbelasting te meten. Het CBS heeft dan ook geparticipeerd in een pilot project hierover.
Als hetzelfde onderwerp in meerdere enquêtes zit, wordt het dan hetzelfde gemeten?
Soms wel, soms niet. Zowel de WNE als de NEA gebruiken bijvoorbeeld drie dezelfde items om werkdruk (taakeisen) te meten, maar stelt hier additionele vragen over. De formulering van de items over autonomie (zelfstandigheid) in het werk verschilt tussen de twee enquêtes.
Wat verstaan jullie onder werkdruk?
In de vragenlijsten van de WNE en WGE is een vraag opgenomen hoe de werkdruk wordt ervaren. Voor zowel de WGE als de WNE geldt dus dat het doorslaggevend is wat de respondent zelf verstaat onder de term werkdruk en de inschatting over het niveau en de ontwikkeling hiervan. In de NEA wordt het woord ‘werkdruk’ niet gebruikt om werkdruk te meten. In plaats daarvan wordt gevraagd of respondenten erg snel, heel veel of extra hard moeten werken. Het antwoord daarop geeft uiteraard weer hoe de respondent dit ervaart.
Meten jullie ook burn-outs?
Met de enquêtes wordt niet vastgesteld of iemand een burn-out heeft. Wel wordt naar burn-outklachten gevraagd. Bij de meting van burn-outklachten worden doorgaans meerdere dimensies onderscheiden. De NEA en WNE vragen niet naar alle dimensies. Het CBS spreekt daarom in publicaties over psychische vermoeidheid door het werk.
Kun je databestanden combineren als je zelf onderzoek doet op de microdata?
Het combineren van bestanden is inderdaad mogelijk voor onderzoekers die met microdata werken. Enquêtes kunnen gecombineerd worden met registergegevens. Registergegevens kunnen gecombineerd worden met andere registergegevens. Enquêtes kunnen niet gecombineerd worden met andere enquêtes, omdat de ene enquête andere respondenten heeft dan de andere.
Kun je aanvullende cijfers laten maken of moet je daarvoor zelf onderzoek doen?
Het is mogelijk om aanvullende cijfers te laten samenstellen in plaats van zelf onderzoek te doen. Het CBS is echter niet persé de aangewezen partij om die aanvullende cijfers samen te stellen. Zie voor meer informatie: Aanvullend statistisch onderzoek (cbs.nl).