Verslag webinar: Werkgevers- en werknemerspanels zorg & welzijn

Verslag webinar: Werkgevers- en werknemerspanels zorg & welzijn

17 november 2021 • Nieuws

Op dinsdag 8 november vond het webinar ‘Werkgevers- en werknemerspanels zorg & welzijn’ plaats. Onder leiding van gespreksleider Lieke Lamb vertelden Francis van der Mooren en Willem Gielen, beide onderzoekers bij het CBS, over de uitvoer van de panelonderzoeken, de uitkomsten en de mogelijkheden van de resultaten. Francis van der Mooren, onderzoeker bij het CBS begint het webinar met een uitleg over de opzet van de panelonderzoeken. ‘De panelonderzoeken worden in het kader van het AZW-onderzoeksprogramma uitgevoerd. De onderzoeken staan niet op zichzelf, maar maken deel uit van de brede schat aan informatie over de zorg- en welzijnssector’.

4.400 organisaties hebben de werkgeversenquête ingevuld

Tijdens het webinar kunnen deelnemers vragen stellen aan de sprekers via de chat. Een deelnemer vraagt zich af hoeveel organisaties meedoen aan de werkgeversenquête. Van der Mooren antwoordt: ‘Aan de werkgeversenquête doen ruim 4.400 organisaties mee. Dat zijn allerlei soorten organisaties. Die 4.400 werkgevers die meedoen aan de werkgeversenquête geven een representatief beeld van alle 29.000 werkgevers in de sector zorg en welzijn.’

Werkgevers- en werknemersenquête

Willem Gielen, onderzoeker bij het CBS, bespreekt tijdens zijn presentatie een aantal resultaten van de werkgevers- en werknemersenquête. Zoals de personeelstekorten en- overschotten op de arbeidsmarkt, de toegenomen werkdruk, de werkbeleving en de kwaliteit van de geboden zorg. ‘Bij de WGE worden alle resultaten uitgesplitst naar de branches in de sector zorg en welzijn. Dat zijn ook de branches die op StatLine staan en die zijn ook zo vastgesteld in het datawarehouse. In de WGE zijn de branches umc’s en ziekenhuizen en overige medische specialistische zorg samengevoegd, omdat er maar een aantal umc’s in Nederland zijn. In de WNE is het wel mogelijk om uit te splitsen naar de branche umc’s’, vertelt Gielen.

Waar vind ik alle resultaten uit de werkgevers- en werknemersenquête terug?

Zijn alle cijfers die we nu hebben gezien tijdens het webinar ook bij StatLine te vinden? Volgens Gielen staat het grootste gedeelte op StatLine, maar er zijn een aantal indicatoren die niet staan opgenomen in StatLine. ‘Die staan als maatwerktabellen op de website van AZW. Bij iedere meting publiceren we een Excel-sheet met daarop alle uitkomsten. Deze vind je op AZWinfo.nl.

Zelf aan de slag met de resultaten van de panelonderzoeken

Aansluitend op de kijkersvraag vertelt van der Mooren nog wat meer over de extra mogelijkheden die ze aanbieden. ‘Alle uitkomsten uit de panelonderzoeken presenteren we als maatwerk. Die kun je zelf raadplegen op AZWinfo.nl. Je kunt ook de microdata raadplegen bij het Remote Acces afdeling van het CBS, dat zijn de bestanden die wij beschikbaar hebben. Met deze gegevens kun je zelf analyses maken.’

Webinar terugkijken?

Wil je het webinar over de werkgevers- en werknemerspanels zorg en welzijn terugkijken? Bekijk het webinar

On-demand webinar: Arbeidsomstandigheden, PSA en verzuim

Op dinsdag 30 november vond de verdiepende sessie over de arbocijfers plaats. Tijdens dit webinar gingen we dieper in op arbeidsomstandigheden, PSA en verzuim. Welke informatie vind je over verzuim en arbeidsomstandigheden in AZW StatLine? En welke informatie is daarnaast nog beschikbaar op basis van de NEA? Hoe verhouden de verschillende bronnen zich tot elkaar? Bekijk dit webinar online terug via onderstaande knop.

Dit webinar is interessant voor onderzoekers, verzuim- en arbo-specialisten en beleidsmakers.

Vragen en antwoorden tijdens het webinar

  • Er zijn enquêtes in het voorjaar en najaar. Zijn er kwartaal-effecten te verwachten? En zo ja, wordt daarvoor gecorrigeerd?

Dat zou kunnen inderdaad, we hebben daar op dit moment echter nog te weinig zicht op. Het CBS voert de panelonderzoeken uit vanaf het voorjaar 2019. Tot nu toe zijn de resultaten van vier metingen gepubliceerd, waarvan het vanwege de coronapandemie de vraag is in hoeverre de metingen in 2019 mogelijk goed te vergelijken zijn met de meting in het najaar van 2020 en die in het voorjaar van 2021.

Door het uitvallen van de meting in het voorjaar van 2020 is ook de A-versie van de vragenlijst naar het najaar gegaan, en wordt de B-versie nu in het voorjaar gebruikt. Een aantal onderwerpen zit in beide versies, maar een aantal ook in één van beide versies. Voor die onderwerpen geldt dat je sowieso maar twee meetmomenten hebt, waarvan één in het voorjaar en één in het najaar.

We hebben dus nog wat meer metingen nodig om ontwikkelingen te kunnen zien en om te bepalen of er sprake is van een seizoenseffect. Er is op dit moment nog niet voorzien in het corrigeren van de seizoenseffecten.

  • In de laatste werkgeversenquête stonden vragen rond scholing (wie bepaalt welke scholing wordt gevolgd) en ontwikkeling (wie bepaalt ontwikkelpunten). Maar als ik zo de tabellen zie, dan is het logischer dat deze bij de werkgeversenquête staat. Deze stonden ook eerder in de werknemersenquête. Wat is hier een verklaring voor?

De vragen over wie bepaalt welke scholing wordt gevolgd en wie de ontwikkelpunten bepaalt, zijn in beide onderzoeken opgenomen. Het wordt dus zowel aan werknemers als aan werkgevers gevraagd. Deze vragen komen naar verwachting weer terug in het voorjaar van 2022.

  • Kun je op basis van de input die gegeven wordt ook organisaties aan elkaar koppelen? Dus als er ergens een overschot is en ergens een tekort, dat dit samen opgelost kan worden?

In verband met privacywetgeving en eventueel bedrijfsgevoelige informatie kan het CBS geen gegevens over individuele organisaties naar buiten brengen. We doen er namelijk alles aan om de gegevens van de deelnemende partijen te beschermen. Daardoor is het niet mogelijk om organisaties aan elkaar te koppelen.

  • Hebben jullie ook gegevens over in welke mate de verwachting (die in het verleden bevraagd is) ook later is uitgekomen?

We vragen de organisaties die meedoen aan de WGE momenteel niet of de verwachtingen die ze eerder hebben uitgesproken ook zijn uitgekomen. Dat zou de vragenlijst namelijk ook wat ingewikkelder maken. Daarnaast is het dan de vraag in hoeverre er genoeg bedrijven, die de vragenlijst eerder hebben ingevuld, opnieuw meedoen zodat er voldoende gegevens zijn om betrouwbare uitspraken over te doen. Specifiek voor de vraag over de verwachting van het personeelsbestand zou wellicht wel mogelijk zijn om van de organisaties die meerdere keren hebben deelgenomen aan de panels, te kijken of die verwachting ook is uitgekomen. Een andere optie is de gegevens van de panels koppelen aan beschikbare registerdata (Polisadministratie). Beide vereist alleen wel nader onderzoek door het CBS of anders via de Remote Access faciliteiten van het CBS.

  • In hoeverre is verschil in bedrijfsgrootte meegenomen in het gemiddeld aantal openstaande vacatures naar branche?

De bedrijfsgrootte is in de WGE één van de kenmerken waarvoor we bij het maken van de cijfers corrigeren met een zogenoemde weging. Door middel van het wegen van de cijfers wordt rekening gehouden met het feit dat er in de sector zorg & welzijn bijvoorbeeld relatief veel kleinere organisaties bestaan. Wanneer er uiteindelijk naar verhouding meer grote organisaties meedoen met de enquête dan er in werkelijkheid zijn, dan kunnen de cijfers (bijvoorbeeld over het gemiddeld aantal openstaande vacatures) van deze bedrijven door middel van een kleiner gewicht wat minder vaak worden meegeteld voor het bepalen van het eindcijfer dan die van kleinere bedrijven. We weten namelijk op basis van het Algemeen Bedrijven Register (ABR) hoeveel kleine/grote bedrijven er in de sector zijn op een bepaald peilmoment.

  • Kun je niet beter het aantal vacatures per x-aantal medewerkers van werkgevers nemen, dus verschillen in omvang van werkgevers wegnemen (want dat VVT-organisaties gemiddeld meer vacatures heeft, heeft ook met de omvang van de organisaties te maken).

Het is een goede suggestie om bij onderzoek naar het gemiddelde aantal vacatures per branche rekening te houden met de bedrijfsgrootte. Voor bijvoorbeeld de vergelijkbaarheid over de tijd is het alleen wel handig om ook een totaalcijfer per branche te hebben.

  • Kun je ook combineren? Bijvoorbeeld is hoge werkdruk gecorreleerd aan lagere kwaliteit van geboden zorg?

Het is zeker mogelijk om verschillende indicatoren in samenhang met elkaar te onderzoeken. Dat maakt de panels ook juist erg bruikbaar voor onderzoekers.

  • Is het mogelijk om op basis van de steekproef betrouwbare uitspraken te doen over het aantal vacatures op branche- of sectorniveau?

Op zich wel. Voor het onderzoek is bepaald hoe groot de benodigde steekproef moet zijn om met 95 procent betrouwbaarheid en een marge van maximaal 5 procent, uitspraken te kunnen doen. Door de weging wordt vervolgens waar mogelijk gecorrigeerd voor selectieve non-respons. Er zijn echter ook andere bronnen en die liggen meer voor de hand om te gebruiken. Cijfers over het aantal ontstane vacatures naar branche en naar RegioPlusregio zijn voor AZW beschikbaar op basis van data van TextKernel. Op het AZW Dossier zijn deze cijfers te vinden voor de kwartalen van 2017 t/m 2020, via de volgende link: AZW: ontstane vacatures naar branche en regio, 2017-2020 (cbs.nl). Tegelijk met de kwartaalupdate van 18 november 2021 worden cijfers over ontstane vacatures in de eerste twee kwartalen van 2021 toegevoegd op het AZW Dossier onder Verdieping. En op 18 november worden voor het eerst cijfers gepubliceerd over openstaande vacatures en de vacaturegraad voor de kwartalen van 2018 tot en met 2020, beide naar branche.

  • In CBS StatLine staan de WGE en WNE apart gepresenteerd. Is het mogelijk om uitkomsten van beide panels over één onderwerp ook in één tabel of grafiek gepresenteerd te krijgen via StatLine?

Op de AZW StatLine staan de gegevens over werkgevers en werknemers inderdaad apart afgebeeld. De reden daarvoor is dat het twee verschillende onderzoeken zijn. Alhoewel ze op elkaar lijken, zijn er ook duidelijke verschillen in de vragen die worden gesteld. Ook gaat het om een andere eenheid, namelijk bedrijven of personen. Op StatLine wordt er daarom voor gekozen om tabellen van zowel de WGE als WNE niet in één overzicht te presenteren. Wel is het natuurlijk mogelijk om (delen van) tabellen te downloaden als een Excel-bestand, waarna de cijfers uit beide onderzoeken relatief eenvoudig naast elkaar te zetten zijn.

  • Kunnen vakbonden werknemerspanels gebruiken? Bijvoorbeeld in enquête als referentie naast georganiseerden?

Voor wat betreft de WNE valt daar zeker een hoop relevante informatie uit te halen voor vakbonden over bijvoorbeeld de werkomstandigheden voor werknemers in de sector zorg & welzijn. Deze informatie kan bijvoorbeeld zelf samengesteld worden via Remote Access, mits aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan. Als het als referentie wordt gebruikt moet er wel op gelet worden dat vraagstellingen of definities vergelijkbaar zijn.

  • Hoeveel organisaties doen er mee met de WGE?

In totaal hebben 4,5 duizend organisaties in het voorjaar 2021 meegegaan aan de WGE. Dit komt neer op bijna de helft van het totaal aantal organisaties dat uitgenodigd was om aan het onderzoek deel te nemen.

  • Zijn organisaties verplicht om deel te nemen aan de WGE?

Nee, het is geen zogeheten verplichte statistiek. Wel is het belangrijk dat ze meedoen omdat de informatie op basis van de WGE-input is voor bijvoorbeeld beleidsmakers.

  • Moet je nu de werkdruk zo hoog is in de zorg (o.a. vanwege corona) voor meer administratieve lastendruk zorgen?

Terecht punt en daar wordt door het CBS ook nauwlettend naar gekeken. Het is een van de redenen dat in overleg met VWS de meting in het voorjaar 2020 niet is doorgegaan. Juist in deze tijd zijn betrouwbare cijfers over hoe we er als Nederland voor staan, echter ook belangrijk.

  • Zijn de resultaten van de laatste twee metingen goed vergelijkbaar met de metingen van voor corona?

Het CBS voert de AZW panelonderzoeken vanaf het voorjaar 2019 uit. Het aantal metingen van voor corona is dus beperkt. Voor onderwerpen die eens in het jaar worden uitgevraagd gaat het maar om één meetmoment. Het is lastig om aan te geven of er sprake is van een effect van corona.

Voor de WNE geldt dat de resultaten qua methode goed vergelijkbaar zijn en dat de ontwikkelingen die we zien, plausibel lijken. Voor een aantal onderwerpen is daarvoor een vergelijking met de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) gemaakt, daaruit kwam een min of meer hetzelfde beeld. Voor andere onderwerpen, zoals het bezoeken van congressen of beurzen, gold dat de ontwikkeling die daarin te zien is kan worden toegeschreven aan de coronapandemie.

Voor de WGE geldt dat het steekproefontwerp vanaf het 4e kwartaal van 2020 iets is gewijzigd, waardoor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) geen onderdeel meer uitmaken van de doelpopulatie. Dat kan bij sommige vragen, die eerder ook aan zzp’ers zijn gesteld, ook voor een klein effect hebben gezorgd.

In de onderzoeksdocumentatie van beide onderzoeken wordt nader ingegaan op de plausibiliteit van de data.

  • Waar kan ik al deze cijfers vinden?

Het grootste deel van de cijfers is opgenomen en vindbaar op AZW StatLine. Voor enkele indicatoren geldt dat niet, maar deze cijfers zijn wel opgenomen op AZWinfo.nl. Daar wordt na iedere nieuwe meting een Excel-bestand beschikbaar gesteld met een overzicht van alle resultaten. Ook worden op basis van deze Excelbestanden per branche een factsheet gemaakt.

  • Zijn deze gegevens ook beschikbaar voor de RegioPlus arbeidsmarktregio’s?

Op basis van de WNE is er op AZW StatLine een selectie van indicatoren beschikbaar naar regio. Hiervan kunnen de resultaten per branche ook naar regio worden uitgesplitst. De beschikbare regionale indelingen zijn landsdelen, provincies en de Regioplus-arbeidsmarktregio’s. Daarnaast staat er een regionale tabel naar beroep op AZW StatLine. Hierin zijn voor dezelfde regio’s ook cijfers opgenomen over de aantallen werknemers die in de sector zorg & welzijn werkzaam zijn, naar de meest voorkomende beroepen.

  • Wat verstaan jullie onder werkdruk?

Voor zowel de WGE als de WNE geldt dat het doorslaggevend is wat de respondent zelf verstaat onder de term werkdruk en de inschatting over het niveau en de ontwikkeling hiervan.

  • Is er op basis van de cijfers ook een trend te zien?

Het CBS voert de AZW panelonderzoeken vanaf het voorjaar 2019 uit. Voor de WNE geldt dat de resultaten qua methode goed vergelijkbaar zijn en dat de ontwikkelingen plausibel lijken. Voor de WGE geldt dat het steekproefontwerp vanaf het 4e kwartaal van 2020 iets is gewijzigd, waardoor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) geen onderdeel meer uitmaken van de doelpopulatie. Dat kan bij sommige vragen, die eerder ook aan zzp’ers zijn gesteld, ook voor een klein effect hebben gezorgd.

Het aantal meetmomenten in combinatie met mogelijke effecten van corona is nog te beperkt om een trend te zien. Zeker als rekening wordt gehouden met mogelijke seizoenseffecten voor een aantal onderwerpen.

Het maken van trends op basis van cijfers die door het CBS zijn samengesteld en die van vóór 2019, wordt afgeraden. De onderzoeksmethode is op allerlei fronten aangepast. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de breuk als gevolg van de methodewijziging en een eventuele ontwikkeling.

Op het AZW Dashboard, dat in het AZW Webinar van 22 juni 2021 uitgebreid ter sprake is gekomen, zijn onder het kopje ‘Werken in de zorg’ voor een aantal indicatoren op basis van de WGE en WNE trendgrafieken gepubliceerd. Hierin is specifiek aangegeven met welke (mogelijke) trendbreuken rekening gehouden moet worden.

  • Is alle informatie geschikt om op AZW StatLine te publiceren?

Alle onderwerpen zijn geschikt. Er moet wel nagedacht worden over de manier waarop deze in AZW StatLine worden opgenomen. De informatie moet overzichtelijk blijven en de informatiebehoefte van gebruikers beantwoorden. De cijfers op AZW StatLine zijn ook gebaseerd op verschillende bronnen. Het kan soms meer voor de hand liggen om de informatie op een andere bron te baseren in plaats van op de panels. Je moet je dan wel afvragen of het nog nodig is om de informatie in de panels te blijven uitvragen. Reden daarvoor kan bijvoorbeeld zijn dat het van belang is om informatie in samenhang met een ander onderwerp in de panelvragenlijsten te bekijken.

  • Waar moet je op letten als je nieuwe onderwerpen wilt laten toevoegen?

De precieze informatiebehoefte en de check of informatie niet al op een andere manier beschikbaar is, is belangrijk. Onderwerpen moeten ook in lijn zijn met het doel van de vragenlijst. Langere vragenlijsten kunnen leiden tot een lagere respons, vandaar dat ook rekening gehouden wordt met het aantal vragen die nodig zijn om nieuwe onderwerpen uit te vragen. Gaat het bij die onderwerpen om bijvoorbeeld gevoelige gegevens of een zeer specifieke doelgroep, dan wordt een extra check gedaan of het CBS de onderwerpen wel moet uitvragen.

  • Welke onderwerpen die nog niet zijn besproken komen nog meer aan bod in de panels?

Voor de WGE is bijvoorbeeld niet ingegaan op de thema’s personeelsbeleid en scholing en vaardigheden. Ook voor de WNE is niet ingegaan op scholing en vaardigheden en daarnaast is loopbaan en mobiliteit niet aan de orde gekomen. Zie voor de precieze onderwerpen de vragenlijsten voor de WNE en WG.

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws?

Elke maand de laatste ontwikkelingen rondom het gebruik van data in arbeidsmarkt zorg & welzijn, gewoon in je inbox.