Dialoogbijeenkomst Opleiden & Ontwikkelen: een focus op stageproblematiek
30 november 2021 • Nieuws
Op 22 november vond de tweede AZW-dialoogbijeenkomst van 2022 plaats. Het thema was Opleiden en Ontwikkelen, met een focus op stageproblematiek. De bijeenkomst zou live plaatsvinden, maar door de aangescherpte coronamaatregelen was er een aangepast online programma. Verschillende sprekers hielden een korte presentatie vanuit hun branche en vakgebied, waarna de deelnemers onder leiding van dagvoorzitter Marcel Bril in gesprek gingen over stageproblematiek in de sector Zorg en Welzijn.
Opleiden en ontwikkelen is één van de vijf kennisdossiers van AZW. Het doel van deze dialoogsessie was om gezamenlijk kennis uit te wisselen rondom opleiden en ontwikkelen in zorg en welzijn en de actuele stageproblematiek in het bijzonder. Om dit doel te bereiken waren er gastsprekers uitgenodigd om hun projecten, visie en bevindingen rondom het thema met de deelnemers te delen en te bespreken.
Samenwerking essentieel voor toekomstbestendige stages in zorg en welzijn
Marieke de Visser, onderzoeker bij ResearchNed, trapt de dialoogsessie af met video. Hierin licht ze de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek toe, dat ResearchNed samen met ECBO op verzoek van AZW opleverde over de stageproblematiek in de zorg. Want wat is er aan de hand en hoe komen we hier structureel uit? Een belangrijke conclusie: er moet meer worden samengewerkt tussen partijen. Marieke vertelt: ‘We hebben gemerkt dat er al veel samengewerkt wordt, maar niet iedereen kan ervan meegenieten. Dit kan breder worden toegepast. Het is moeilijk om dingen samen te doen, want je moet water bij de wijn doen. Branches en partners hebben elkaar nodig om dit samen te lijf te gaan.’
Bekijk het onderzoek Drie scenario’s voor stages in de zorg
Gebrek aan tijd en begeleiding belangrijk knelpunt
Anneroos Blok, beleidsmedewerker bij SSFH, een arbeidsmarktfonds voor de huisartsenzorg, vervolgt de sessie met een presentatie over het eigen onderzoek naar de knelpunten van de stages in de huisartsenzorg. In het onderzoek hebben ze onder andere gekeken naar de trends en ontwikkelingen in de huisartsenzorg en naar best practices. Ook is gekeken wat andere branches in de zorg en welzijn doen én hierbuiten. ‘De kern van het probleem is dat het moeilijk is voor stagiairs om een stageplek te vinden en voor werkgevers juist weinig moeite kost om stagiairs te vinden,’ aldus Anneroos. Een belangrijke reden om geen stageplek aan te bieden, is gebrek aan tijd voor de begeleiding en de beperkte fysieke ruimte in een praktijk. Corona heeft hier ook een rol in gespeeld, door bijvoorbeeld de 1,5-metermaatregel. ‘Als een stagiair de huisartsenzorg verlaat, is de kans groot dat deze niet meer terugkomt. Dus het is belangrijk om ook te blijven investeren in het behoud van stagiairs voor de branche.’
Blijf in gesprek en bied ondersteuning
Roel Fransen, collega van Anneroos bij SSFH, vertelt hierna wat meer over de plannen van SSFH naar aanleiding van het onderzoek. Hierin pakt SSFH een coördinerende rol, gaat het veld in en het gesprek in de praktijk aan. ‘De gesprekken zijn een continu proces. Er is behoefte aan begeleiding. Kleine werkgevers zitten in de waan en drukte van de dag,’ zo legt Roel uit. Dus het continu organiseren van de dialoog met werkgevers en werknemers is erg belangrijk, maar ook ondersteunen bij stagecoördinatie, stagebegeleiding en het bieden van tools.
Download de presentatie ‘Stages in de huisartsenzorg’ van Anneroos Blok en Roel Fransen van SSFH
Gemeenschappelijke succesfactor: vergroot de begeleidingscapaciteit
Hierna zijn Ivo Zuidervaart en Johan Siegert, programmamanagers van het AZW programma, aan het woord over succesfactoren van goede stagepraktijken. Wat kunnen we leren van succesvolle voorbeelden? In de laatste Kamerbrief van de Minister van VWS over de arbeidsmarkt zorg en welzijn zijn vier mooie voorbeelden opgenomen van stageaanbieders. Een voorbeeld is het aanbieden van zomerstages. Onderzoeksbureau Bartels heeft op verzoek van AZW aan de hand van deze voorbeelden de (gemeenschappelijke) succesfactoren geanalyseerd. Een paar belangrijke punt, zo legt Ivo uit: ‘Het gaat bij deze succesvoorbeelden anders dan normaal. Dat vergt echt even tijd en doorzettingsvermogen. In het begin is het oncomfortabel, maar investeer daar juist in. Ook is actieve samenwerking nodig, ga samen voor een gemeenschappelijk doel.’
Zet de beschikbare capaciteit op een andere manier in
Een andere belangrijk leerpunt is, dat je de beschikbare capaciteit op een andere manier moet gebruiken. Dus focus niet op het nodig hebben van veel extra mensen, maar ga hier op een andere manier mee om. Tot slot: let op dat er ruimte is voor verbetering. ‘Zie het als een experiment, maar noem het niet zo. Ga het plannen, uitvoeren, analyseren en verbeteren!’. Op de website van AZW verschijnt half december een samenvatting van de goede stagevoorbeelden, opgesteld door Bureau Bartels.
Economische effecten stages aan de hand van een kosten-batenanalyse
De realisatie van (extra) stageplekken en de begeleiding gaat ten koste van de te leveren productie van zorgorganisaties. Dit is een spanningsveld waarbij meerdere factoren op elkaar inwerken. Op verzoek van AZW heeft de Rebel Group dit kort geanalyseerd. Lisette de Gelder en Tom Gommans vertellen hier meer over aan de hand van een speciaal samengestelde ‘praatplaat’. Tom vertelt over de verschillende factoren aan de hand waarvan je een kosten-batenanalyse kunt maken.
Sterke verschillen in kosten-baten tussen typen stages en sectoren
Eenvoudige afwegingen zijn er niet. Er zijn ook kosten en baten op de langere termijn, denk aan de mate waarin iemand blijft hangen in je organisaties. Zo kan iemand ook economische waarde creëren. BBL-stagiairs blijven bijvoorbeeld vaker bij de organisatie, bij huisarts- en thuiszorg stromen veel medewerkers door naar ziekenhuizen. Een opvallende conclusie uit dit onderzoek, is dat er sterke verschillen zijn én dat er soms sterke negatieve resultaten zijn. In sommige gevallen kunnen andere instroomkanalen financieel aantrekkelijker zijn, denk aan zij-instromers. ‘Zij-instromers zijn soms direct inzetbaar, dat kan dus economisch aantrekkelijker worden als je dit vergelijkt met stagiairs die direct van de opleiding komen,’ aldus Tom.
Download de praatplaat en de toelichting
Enorme verschillen tussen regio’s
Na de presentaties gaf Corrola Hommen van SBB een eerste reflectie. ’Ik heb veel mooie dingen gehoord. De presentatie van Tom maakt veel los en het is mooi om dit met elkaar te delen.’ Voor Corrola valt een aantal zaken op: regionale samenwerking, leerklimaat, ondersteuning van praktijkbegeleiders en het efficiënter inzetten van de begeleidingscapaciteit. ‘Over de samenwerking in de regio: ik heb gemerkt dat dit enorm verschilt per regio. In Zeeland wordt er echt samen de schouders onder gezet, in de grote steden is dat lastiger.’ Ook benadrukt ze dat elke context anders is en dat er al heel veel samen gedaan is om toch die begeleidingscapaciteit te bieden. ‘Mooie voorbeelden delen is goed, maar het is geen kwestie van copy-paste.’ SBB ondersteunt leerbedrijven en praktijkopleiders met diverse materialen, workshops en webinars. Deze kun je vinden op de website van SBB.
Een integrale aanpak is nodig
Simone van Hoewijk van SBB vult aan: ‘Bovenal is bovengekomen dat er een integrale aanpak nodig is. OCW en VWS voelen zich samen verantwoordelijk voor het probleem én samen verantwoordelijk om oplossingen te creëren.’ Een knelpunt voor het mbo is dat er voldaan moet worden aan de bpv-urennorm. Het mbo-onderwijs kan niet diplomeren als de student niet voldoende stage-uren heeft afgerond. Dat is anders dan bij hbo en wo. ‘Er zijn ook maatschappelijke baten! Houd de belangstelling voor een opleiding en een baan in de sector vast. Wees daarom zuinig op de eerstejaars! Voorkom dat zij door gebrek aan een bpv-plaats kiezen voor een opleiding in een sector waar betere bpv-mogelijkheden zijn. Deze studenten zijn mogelijk voor altijd verloren voor de sector.’
Meerjarenstrategie is wenselijk
Een structurele bekostiging is van belang, we zien initiatieven dat een ROC in de instelling (deels) de begeleiding van een groep stagiairs op zich neemt. Deze begeleiding bekostigt het mbo-onderwijs momenteel uit tijdelijk beschikbaar gestelde middelen. Een succesvolle ontwikkeling vraagt echter om een structurele bekostiging en mag niet afhankelijk zijn van een tijdelijke subsidieregeling.’ Een (bekostigde) meerjarenstrategie is wenselijk,’ zo legt Simone uit.
Meer dan 100.000 stage in de sector zorg en welzijn
Nikki Rijnen van VWS vult aan: het belangrijkste wat we zien is dat er dit jaar meer stages zijn gelopen dan het jaar ervoor. In 2019-2020 waren dit 58.000 volle fte, in dit schooljaar al 60.000. In totaal worden er meer dan 100.000 stages gelopen in deze sector. Wel zien we dat er ook meer inschrijvingen zijn, dus de stageproblematiek blijft waarschijnlijk voorlopig bestaan. We zijn in gesprek met partijen om tekorten op te lossen.’
Kwaliteit versus kwantiteit van stageplekken
Een andere deelnemer, Hans Aerts van het LOOV, geeft aan herkenning te vinden in de presentaties en de dialoog, bijvoorbeeld over de zomerstages. ‘Maar daar zitten wel beperkingen aan. Er zijn al scholen die dat doen, maar de instellingen hebben dan ook beperking in begeleiding wegens vakanties. Wat we zien is dat de begeleiding heel wat vraagt. In het hbo zijn we daar ook heel druk mee bezig. Dat doen we door kortere lijnen te hebben met de student zodat we de werkbegeleider daarmee helpen. We werken heel erg samen met het werkveld. Maar we groeien alleen maar. Ik zit met mijn hbo-instelling in de Randstad en ik kan gelukkig nog steeds stageplaatsen vinden, maar je moet ook letten op de kwaliteit. Is de kwaliteit nog wel wat we ervan verwachten?’ De vraag van kwaliteit versus kwantiteit valt ook Marc van der Meer, Bijzonder Hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt, op: ‘Er wordt veel gesproken over kwantiteit: uren, samenwerking, subsidie. Maar er lijkt relatief weinig aandacht voor de kwaliteit en opbrengsten ervan, tevens voor de rolverdeling tussen school en zorginstelling, plus de redenen van succes en uitval.’
Wordt alles gebruikt wat er beschikbaar is?
Marcel Bril stelt de vraag: ‘Wordt alles wel gebruikt wat er beschikbaar is om de stageproblematiek op te lossen? Want het Stagefonds Zorg wordt bijvoorbeeld niet altijd door huisartsen gevonden, werd eerder gezegd. Kan er niet meer gebruik worden gemaakt van wat er al is?’ Nikki reageert: ‘Een huisarts krijgt al zoveel brieven en informatie waardoor onze brief ondersneeuwt met de subsidieaanvraag voor het Stagefonds Zorg.’ SSFH wijst organisaties wel op de mogelijkheden en er staat ook informatie op de website. Anneroos: ‘Maar dit is een goed signaal, we gaan kijken hoe we het nog meer onder de aandacht kunnen brengen in de branche.’
Ga niet concurreren met elkaar, maar ga het gesprek aan!
Sabine Scheer van de NVZ vertelt over de afspraak binnen NVZ die is gemaakt om meer stageplaatsen te creëren: ‘We hebben een afspraak gemaakt met al onze leden dat we met elkaar afspreken om de komende jaren 10 procent meer stageplaatsen en behoud te realiseren. Zo hopen we met elkaar de knelpunten op te lossen. Doe dat vooral in de regio, ga niet onderling concurreren, maar ga juist samen het gesprek aan hoe je dit het beste kunt doen in jouw regio. Daar gaan we voor.’
Afsluiting dialoog: brainstorm oplossingsrichtingen
Tot slot wordt de deelnemers gevraagd om oplossingsrichtingen voor de stageproblematiek, na het beluisteren van alle presentaties. De volgende ideeën zijn via de chat gedeeld:
- Periodieke regionale overleggen tussen alle zorgaanbieders en scholen over afstemmen van stages en het delen van best practices met elkaar.
- Ga niet uit van één oplossing, maar experimenteer de komende periode veel, deel ze en breng die leeropbrengsten daarvan samen.
- Regionale samenwerking en afspraken tussen onderwijs en zorg over het aantal stageplekken en de verdeling ervan. Zal vast niet voor elke regio zo goed werken als voor Zeeland, maar een goede samenwerking tussen deze partijen kan wel bijdragen aan een duurzame vermeerdering van het aantal stageplaatsen.
- Onderwijs en werkveld (meer) samen opleiden: gezamenlijke verantwoordelijkheid, co-creatie.
- Afstemming tussen onderwijsinstellingen van hun stagedagen/BPV-dagen per kwalificatie, zodat leerbedrijven optimaal benut kunnen worden.
- Denk niet alleen regionaal, maar ook nationaal.
- Ook voor het hbo een soort Kenniscentrum zorg en opleiden oprichten zoals SBB. Zodat opleidingen daar ook heen kunnen bij stagetekorten. Zo heeft SBB stagemarkt.nl maar dit bestaat niet voor hbo.
- Geef werkbegeleiders vergoeding voor de uren die zij besteden aan stagebegeleiding en ondersteuning. Zeker in de zorg doe je dat er als zorgprofessional niet naast. Het voorkomt mogelijk voortijdige uitval van studenten uit de opleiding of migratie naar een andere sector als de werkbegeleider ten alle tijde geraadpleegd kan worden. Bekostig het mbo-onderwijs als mbo-docenten op de werkvloer de werkbegeleider ondersteunen.
- Stagedagen bij verschillende praktijken lopen.
- Adequate vergoeding.
- Veilig (leer)klimaat creëren (ontbreekt vaak).
- Capaciteit vergroten door leerlingen (jongere) leerlingen te laten begeleiden.
- Meer gebruik maken van ‘skillslabs’.
- Stel niet te hoge eisen aan de kwaliteit van stageplaatsen. De student moet leerdoelen kunnen behalen. Eisen aan stageplaatsen zijn nu vaak te hoog.
Marcel sluit hierna de sessie af. In 2022 volgen er nog twee dialoogsessies, waarin er verder gesproken wordt over de kennisdossiers van AZW.