Nieuwe longread: Wie gaat er meer of minder werken in zorg en welzijn?
20 november 2024 • Nieuws
Hoe bewegen medewerkers in zorg en welzijn zich qua werkuren? Wie kiest ervoor om meer te werken, en wie juist minder? En wat kunnen werkgevers doen om belemmeringen weg te nemen en medewerkers te ondersteunen bij het uitbreiden van hun uren? Vanwege de huidige en toekomstige personeelstekorten is het belangrijk om voldoende nieuwe mensen op te leiden, aan te trekken en huidige werknemers te behouden. Een nieuwe publicatie van CBS en AZW biedt inzicht in hoe werkuren veranderen, welke patronen zichtbaar zijn tussen 2021 en 2023, en hoe deze inzichten kunnen bijdragen aan oplossingen voor de zorg- en welzijnssector.
De zorg- en welzijnssector kampt met grote personeelstekorten die naar verwachting oplopen tot 232.000 werknemers in 2033, vooral in de verpleging, verzorging en thuiszorg. Om de groeiende zorgvraag het hoofd te bieden, is niet alleen instroom van nieuw personeel nodig, maar ook een betere benutting van het potentieel van huidige medewerkers. Het uitbreiden van werkuren kan hierin een belangrijke rol spelen. Dit onderzoek biedt werkgevers inzicht in de veranderende werkuren van medewerkers en praktische handvatten om hiermee aan de slag te gaan.
Opvallende ontwikkelingen
Het CBS heeft onderzocht in hoeverre werknemers in zorg en welzijn meer of minder uren zijn gaan werken tussen 2021 en 2023 (vierde kwartaal). Wat valt op?
- Werknemers in zorg en welzijn veranderden hun arbeidsduur het meest in de richting van een deeltijdbaan tussen 24 en 28 uur. Werknemers gingen vooral meer uren werken als zij een kleinere arbeidsduur (minder dan 24 uur) hadden. Werknemers met een grotere arbeidsduur (meer dan 28 uur) gingen vaker minder uren werken.
- Het grootste deel van de werknemers in zorg en welzijn (50,9 procent) werkte na twee jaar evenveel uren in zorg en welzijn. 16,2 procent van de werknemers is na twee jaar meer uren gaan werken in zorg en welzijn, en 13,8 procent is juist minder uren gaan werken.
- Bij een kortere arbeidsduur (minder dan 20 uur) en bij een arbeidsduur van 20 tot 32 uur is leeftijd relevant: het aandeel werknemers dat meer uren is gaan werken is groter bij de jongste groep werknemers jonger dan 25 jaar en kleiner bij de oudste groep werknemers van 55 jaar en ouder.
- Bij een arbeidsduur van 32 uur of meer is het patroon anders: veel werknemers zijn minder uren gaan werken, en dat geldt voor alle leeftijdsklassen.
Ervaringen uit de praktijk
Volgens Potentieel Pakken (HPP) kan optimale inzet van talent binnen organisaties bijdragen aan het oplossen van personeelstekorten. Een belangrijk deel van de oplossing ligt bij werkgevers. Daarom ondersteunt HPP organisaties bij het aanbieden van passende contracten en gezonde roosters aan hun medewerkers.
De afgelopen jaren heeft HPP, samen met werkgevers, verschillende proeftuinen gestart waarin er in de praktijk kleinschalig is getest. De proeftuinen in verschillende branches tonen aan dat structurele ondersteuning en flexibiliteit vanuit werkgevers een cruciale rol spelen bij het verhogen van de deeltijdfactor in de zorg. Door passende contracten, meer zeggenschap over werktijden, en intensieve begeleiding kan een cultuurverandering plaatsvinden die medewerkers stimuleert om meer uren te werken. De resultaten laten zien dat niet alleen de kwantiteit van gewerkte uren toeneemt, maar ook de tevredenheid, betrokkenheid en samenhang binnen teams. Dit draagt bij aan een duurzame versterking van het personeelsbestand en de kwaliteit van de zorg.